De coronacrisis brengt zeer onzekere tijden met zich mee. De strenge maatregelen zijn de afgelopen week versoepeld maar het einde is nog lang niet in zicht. Bedrijven moeten nog steeds noodgedwongen op zoek naar manieren om overeind te blijven en werknemers zijn daardoor lang niet altijd zeker van hun baan in deze uitdagende tijden.
Deze omstandigheden brengen lelijke dingen aan het licht, waarbij we ons oprecht moeten afvragen ‘willen we nog wel zo door gaan?’
De coronacrisis heeft grote impact op bedrijven, zowel in omzet als in de wijze waarop het werk uitgevoerd kan worden. Dit heeft er al in veel gevallen toe geleidt dat werkgevers afscheid namen van flexibele en externe werknemers (bijv: stoppen met uitzendkrachten en ZZP’ers) en vervolgens zijn overgegaan tot ontslag van het personeel.
Wanneer het werk en de omzet stil komt te liggen kan zich namelijk snel een situatie voordoen waarbij de werkgever medewerkers niet langer aan het werk kunnen houden of niet langer aan de betalingsverplichtingen kan voldoen. Ingrijpen is noodzakelijk.
Op zich ook geen gekke gedachte: het is tenslotte geen sociale werkplaats, het is een commercieel bedrijf met maar één doel: winst maken. En daarna: Nog meer winst maken. En dan op het laatst nog een keer winst maken!
Want jij hebt misschien wel een gevoelsrelatie met je werk, je werkgever heeft niet diezelfde relatie met jou. Hoelang je er ook werkt.
De relatie die ze wel met je hebben kan je zien als een soort transactie: dit is wat we je betalen en dat is wat we er voor terug verwachten! Zolang we het nodig achten en anders is daar de deur. Zie dit dus meer als een zakenrelatie, waar gevoel of emotie geen rol speelt.
Door de aanhoudende maatregelen rond corona is het voor veel bedrijven een grote uitdaging om nieuwe opdrachten en klanten te vinden of zelfs bestaande opdrachten te behouden. Ik ben daar zelf bijvoorbeeld ook slachtoffer van geworden: mijn opdracht is ook vroegtijdig gestopt omdat de corona maatregelen het werk onmogelijk maakte.
Geen opdrachten of klanten betekent in die zin ook geen omzet, betekent geen winst en betekent dus dat er ook drastische maatregelen genomen moeten worden. Logisch toch?
Maar is dat wel écht zo logisch…
Booking.com maakte vorig jaar 5 miljard winst en houdt nu de hand op bij overheid. Het bedrijf deelde de afgelopen twee jaar zelfs 14 miljard dollar uit aan zijn aandeelhouders. Maar na deze uitkering van 14 miljard doet het bedrijf nu dus een beroep op staatsteun.
Booking.com is zonder twijfel een van de grootste tech-successen uit de Nederlandse geschiedenis. Opgericht in 1996 en inmiddels is het uitgegroeid tot een multinational met een omzet van 8,5 miljard euro en een beursnotering in New York. Er werken meer dan 17.000 mensen, verspreid over 198 kantoren in 70 landen.
In Amsterdam werken in maar liefst 12 kantoren meer dan 5500 mensen; overigens is ongeveer driekwart van hen expat. In 2017, het laatst bekende boekjaar, noteerde Booking.com een nettowinst van 2,9 miljard euro.
Dat is aanzienlijk meer dan bedrijven als Heineken, Philips en Akzonobel. Een groot succesverhaal zou je het dus kunnen noemen. En een voorbeeld voor de huidige tijden.
Maar het bedrijf veroorzaakt ook controverse. Momenteel ligt Booking in 3 landen onder vuur vanwege vermeende belastingontwijking. Frankrijk, Italië en Turkije claimen in totaal bijna een half miljard euro. In Zweden loopt een rechtszaak over de eisen die Booking stelt aan hotels. In Zwitserland doen mededingingsautoriteiten onderzoek naar machtsmisbruik. In Groot-Brittannië moest Booking dit jaar beloven geen consumenten meer te misleiden en de ondernemingsraad in Duitsland beschuldigt het bedrijf van intimidatie.
Je zou het haast hufterig gedrag kunnen noemen, allemaal om maar de meeste winst te kunnen schrijven. Elk jaar weer. Maar ‘hufterig gedrag’ zie je overigens in deze tijden overal om je heen:
- Managers die hun duurste werknemers de deur wijzen want de cashflow is niet meer wat het geweest is door corona
- Lange wachttijden bij de verschillende helpdesks want ja, corona..
- Directieve medewerkers in winkels, waar kortaf gesnauwd wordt wat je moet doen want ja meneer, corona hè…
- Restaurants waar je gesommeerd wordt binnen 3 kwartier je bord leeg te eten…
- Ambtenaren van de handhaving die hun kans schoon zien om jou toch echt even het gevoel te geven dat zij het voor het zeggen hebben en dat je heel erg moet oppassen want anders…
De technologische vooruitgang laat zien dat het anders kan maar de corona crisis laat zien dat het anders moet!
Onze hele samenleving lijkt dan ook uitsluitend gefocust te zijn op één ding: De meeste Winst maken!
De grote oorzaak hiervan is in mijn ogen de invloed die aandelenbeurzen hebben in bedrijven en daarmee in onze samenleving. Ieder jaar moet er maar weer meer winst worden gegenereerd voor de aandeelhouders, zodat zij op hun beurt ook weer meer winst maken op hun investeringen. Jaar in Jaar uit, zonder uitzondering.
Deze zoektocht naar oneindige winst leidt tot allerlei bekrompen korte termijngedrag dat volledig disfunctioneel is en geen duidelijk antwoord op de ‘waarom’ heeft. Dit streven naar alsmaar ‘meer’ winst en omzet is dan ook een ramp voor onze ondernemingen, onze maatschappij en onze planeet.
Bedrijven zouden juist moeten streven naar beter en beter, in plaats van naar meer en meer…
Waarom
In 1982 stapte Ricardo Semler in het bedrijf van zijn vader, Semco. Hij wilde meer producten maken en hij voelde niets voor de autocratische bestuursstijl van zijn vader. De vader trad terug en Ricardo nam de positie over. Maar dit ging niet zonder slag of stoot. Midden in de jaren 80 kreeg hij gezondheidsproblemen: hij werkte te hard en de druk was te groot. Daarom besloot hij de zaken drastisch anders aan te pakken.
Hij besloot de bedrijfsvoering radicaal te veranderen.
Hij ontsloeg 60% van de managers, schrapte alle onnodige vergaderingen en regels en gaf zijn medewerkers de ruimte om hun eigen werktijden en salaris te bepalen. Daarnaast hadden alle werknemers hadden inzage in de winst- en verliesrekening van het bedrijf.
Hij vroeg dezelfde werknemers een loonsverlaging te accepteren omdat de omzet niet toereikend was. Deze gingen akkoord, maar kregen daarmee ook het recht om alle bedrijfsuitgaven goed te keuren. Resultaat was dat werknemers een steeds beter inzicht kregen in het reilen en zeilen binnen Semco.
Als vanzelf kwamen er steeds meer verbetersuggesties voor de bedrijfsvoering. De hervormingen leidden tot 65% reductie van voorraden, verlaging van de levertijden en een percentage productdefecten van minder dan 1%.
Naarmate het economisch klimaat weer aantrok, verbeterden de omzet en winsten van Semco zeer sterk. Het bedrijf groeide exponentieel van 200 medewerkers in 1982 naar 5.000 medewerkers in 2010.
Moraal van het verhaal: medewerkers kregen een beslissende rol in de bedrijfsvoering, voelden zich gelukkiger want ze werden oprecht gehoord en hun ideeën werden na gedegen beoordeling door collega’s uitgevoerd.
De medewerkers stonden zelf aan het roer, waardoor ze zich uitgedaagd voelden om met elkaar de juiste beslissingen te nemen. Het draaide allemaal om vertrouwen en transparantie en het loslaten van controle.
Een wisseling van bedrijfsvoering met puur financieel oogmerk naar een bedrijfsvoering waarin de mens centraal staat. Geen winst als doel op zich, maar winst als bijkomend resultaat.
Want denk even hardop mee. Naar welk restaurant ga je zelf het liefst? De restaurants die alsmaar groter en groter worden? Waar het allemaal draait om de marge en de snelheid waarmee je weer van je tafel vertrekt, zodat je plaats kan maken voor de volgende klant?
Of naar dat kleine familierestaurant? Dat restaurant met slechts een paar stoeltjes, een kleine menukaart waarbij ze ieder gerecht met de jaren hebben geperfectioneerd. Dat restaurant waar je als mens, als vriend, als familie behandeld wordt?
Want het gaat namelijk niet om meer, meer en meer, het gaat juist om beter!