Aan de rand van Amsterdam Oost, verstopt naast het OLVG en op een steenworp van het Oosterpark staat een café dat een geliefde locatie is voor de vrijdagmiddagborrel, oftewel de bekende vrijmibo.

Een plek die zowel populair is bij de hipsters die Amsterdam rijk is, als bij het zakenleven en de lokale bevolking uit de buurt. Liefkozend ‘BuKo’ genoemd door de bezoekers en vaak ongekend druk.

Wat de meeste van die bezoekers wellicht niet weten, terwijl ze nippen aan hun drankjes, is dat de naam Bukowksi is gekozen omwille van Charles Bukowski.  Een productief schrijver, wiens oeuvre duizenden gedichten, honderden korte verhalen en zes romans beslaat.

Tevens de man die één van mijn meest favoriete quotes aller tijden heeft geproduceerd:

“An intellectual says a simple thing in a hard way. An artist says a hard thing in a simple way”– Charles Bukowski

Wat mij betreft echt ‘words to live by’

Afgelopen maand was het weer eens zo ver. Er werd een evenement georganiseerd over de laatste (online) ontwikkelingen.  Ik zat in het publiek en met mij nog zo’n ondernemer of 40.

De spreker die op het podium stond stak een niet aflatend relaas af over websites en welke “nieuwe” ontwikkelingen er waren.

Ontwikkelingen omtrent regelgeving, tools om bezoekers te ‘converteren’ en de laatste hypes.

Zaken die o.a. de revue passeerden waren:

Bij iedere optie vroeg hij of er mensen in het publiek zaten die dit al in hun bedrijf of website hadden verwerkt. Direct gevolgd door de vraag of ze wel wisten wat dit stukje software, deze nieuwe regelgeving of ontwikkeling precies in hield.  

En iedere keer vroeg  hij de mensen hun hand op te steken als dat niet zo was.

Hoe meer vragen hij stelde, hoe minder handen er de lucht in gingen.

Hij verloor simpelweg de interesse en de aandacht van “zijn” publiek.

En op zich is dat natuurlijk ook helemaal niet zo vreemd, wie geeft tenslotte graag toe dat ze iets “niet goed doen” of “niet snappen”?

Dat doe je misschien één keer ‘en plein public’, wellicht twee keer, maar bij de derde keer heb je toch al snel zoiets van “Zoek het uit, ik hou mijn hand lekker naar beneden!”

Te zien aan de blik op zijn gezicht was hij zelf echter wel zeer content over de vaktermen en afkortingen die hij gebruikte en de slides waarmee hij dit verhaal ondersteunde.

Ondanks dat het overgrote deel van het publiek al had aangegeven geen idee te hebben waar hij het nou eigenlijk over had.

 

Helaas zie je ditzelfde fenomeen bij veel experts en “vakidioten” voorbij komen.

De ene vakterm wordt afgewisseld met de andere en ik neem maar even aan dat ze hun tijd heel serieus nemen, want er wordt uitsluitend gebruik gemaakt van afkortingen in plaats van volledige zinnen.

DMU voor de beslissingsbevoegde, KPI of kritieke prestatie-indicatoren om het succes van een organisatie in het algemeen te meten, of bijvoorbeeld het succes van een bepaalde campagne en de lijst gaat maar door en door. De afkortingen en het vakjargon is werkelijk eindeloos.  

Het lijkt wel alsof ze geloven dat door het gebruik van deze “dure woorden” ze veel interessanter klinken of hogere tarieven mogen hanteren.

Dat ze daarmee meer status of aanzien proberen te realiseren.

En natuurlijk “lijkt” jouw presentatie of pitch in jouw beleving met deze woorden natuurlijk een stuk interessanter of intelligenter klinken, maar je vergeet daarmee een heel belangrijk onderdeel van jouw presentatie of pitch, waarmee je in dit geval dus de plank volledig misslaat:

Het draait om de connectie en het gevoel van jouw publiek of gesprekspartner.

Wanneer je een lezing, (product) presentatie of pitch geeft, wil je toch dat jouw publiek daar een connectie mee maakt.

Dat ze er een gevoel bij krijgen en vooral na het horen ervan actie gaan ondernemen.

Het is toch een gigantische gemiste kans als die specifieke actie die jouw publiek gaat ondernemen hun smartphone raadplegen is, om op Google te checken waar die interessant klinkende afkorting voor staat?

Of dat ze thuis het woordenboek van de plank pakken, op zoek naar de betekenis van jouw interessant klinkende woord, toch?

Je mag aannemen dat het overgrote deel van jouw publiek niet geheel bekend is met jouw expertise, jouw vakgebied ,de vaktermen of het “interessant” klinkende vakjargon.

Waarom zitten ze tenslotte met jou rond de tafel of bij jou in het publiek?

Dat is waarschijnlijk omdat ze iets nieuws willen leren of inzichten op willen doen waarmee ze kunnen groeien of een knelpunt kunnen oplossen.

Niet om nieuwe woorden op te doen waarmee ze maximale score kunnen halen als ze aan de keukentafel galgje met de familie aan het spelen zijn!

Dus wat is dan de meerwaarde van het vakjargon?

“If you can’t explain it simply, you don’t understand it well enough”
Albert Einstein

Heb je wel eens ‘één tegen 100’ gezien? Dat werd in 2000 voor het eerst in Nederland door Endemol uitezonden en groeide uit tot een wereldwijde hit.

Een speler komt tegenover 100 andere kandidaten te staan en krijgt een categorie voorgeschoteld. Daarna mag hij of zij kiezen voor een makkelijke of moeilijke vraag. Bij de vraag staan drie antwoorden, waarvan er slechts één goed is.

De honderd kandidaten moeten binnen 6 seconden een antwoord intoetsen. Wie het fout heeft of te laat antwoordt geeft, valt direct af.

En zo werkt het ook bij jouw publiek.

Als je interessant klinkend vakjargon of afkortingen gaat gebruiken ga je de aandacht verliezen van de gemiddelde luisteraar en ‘valt jouw publiek” even kortgezegd af.

In essentie is dan de enige die wat aan jouw lezing, pitch of gesprek heeft gehad, en daar een goed gevoel aan overhoudt, jijzelf.

Omdat je voor jouw gevoel jezelf écht hebt neergezet als expert, alleen mist de connectie met jouw gesprekspartner of publiek en heeft deze dus geen beeld met hetgeen wat jouw expertise voor hem of haar kan betekenen.

Noodzaak om tot actie over te gaan is er dan dus niet.

En als je nu even heel eerlijk bent:

Aan jou de keus. . . 

SUCCES

BESTEL HIER JOUW INCOMPANY WORKSHOP